Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - D

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (675) B (1039) C (170) D (3701) E (1153) F (186) G (844) H (2047) I (1131) J (256) K (711) L (427) M (662) N (378) O (752) P (490) Q (2) R (354) S (1031) T (1023) U (180) V (1190) W (978) X (3) Y (88) Z (839)
Dutch Recording English Learn

de nieuwe regels

the new rules

De nieuwe sculptuur in het park is een echte blikvanger.

The new sculpture in the park is a real eye-catcher.

de nieuwe tijd, net wat u zegt

the new time, just what you say

de nieuwe uitdrukkingen

the new expressions

De nieuwe voorzitter is net aangetreden.

The new chairman has just taken office.

De nieuwe zuigers zijn van staal.

The new pistons are made of steel.

De nieuwjaarszon ging over het kleine lijkje op.

The New Year's sun rose and shone upon a little corpse.

de nodige schikkingen

the necessary arrangements

de nok

the ridge

de nok van het dak

the top of the roof

de nood

the need

de noodrem

the emergency brake

de Noordpool

the North Pole

de noten

the nuts

de notulen

the minutes

de nummer één

the number one

de nummer één van de wereld

the number one in the world

de nummer twee

the number two

de nummer twee van de wereld

the number two in the world

de ober

the waiter

de ochtend

the morning

de Oekraïense grens

the Ukrainian border

de oerkreet

the primal scream

de offers

the sacrifices

de ogen

the eyes

de ogenblikken

the moments

de olie

the oil

de olifant

the elephant

de oma

the grandmother (informal)

de omelet

the omelette

de omgeving

the environment

De omgeving waarin je opgroeit, beïnvloedt je leven.

The environment you grow up in influences your life.

de omgevingen

the environments

de omheining

the fence

de omkadering

the framework

de omleidingen

the diversions