Ik kom vanavond terug.
Ik ga wel alleen.
Ik zie je bij de lunch.
Ik ben een mens.
Ik ga van school af.
Ik ben achttien jaar.
Ik heb nu tijd.
Ik ga morgen winkelen.
Ik ga naar Australië om op een boerderij te werken.
Ik heb veel pijn.
Ik ben gewoon benieuwd.
Ik kom vandaag niet.
Ik heb al genoeg gegeten.
Ik heb je al betaald.
Ik ben drie keer getrouwd geweest.
Ik heb me zorgen om je gemaakt.
Ik heb nog nooit iets gestolen.
Zeg gewoon ja.
Hou het raam dicht.
Laat me het uitleggen.