Understand spoken Dutch

Recent Additions

Recording English Dutch Time ago created Learn
They have a son. Ze hebben een zoon. 6 months 2 weeks ago
They are children. Ze zijn kinderen. 6 months 2 weeks ago
He enters the classroom. Hij komt de klas binnen. 6 months 2 weeks ago
I have time. Ik heb tijd. 6 months 2 weeks ago
Today we have time. Vandaag hebben we tijd. 6 months 2 weeks ago
I don’t have time. Ik heb geen tijd. 6 months 2 weeks ago
Would you like to join us for a walk? Gaat u mee wandelen? 6 months 2 weeks ago
I play with my friends. Ik speel met mijn vrienden. 6 months 2 weeks ago
What do you have in mind? Wat heb je in gedachten? 6 months 2 weeks ago
Let’s play. Laten we spelen. 6 months 2 weeks ago
Are you a student here? Ben je hier student? 6 months 2 weeks ago
You’re Tom’s friend, right? Jij bent Toms vriend, toch? 6 months 2 weeks ago
He walks to the classroom. Hij loopt naar het klaslokaal. 6 months 2 weeks ago
Is he working now? Werkt hij nu? 6 months 2 weeks ago
Three men walk away. Drie mannen lopen weg. 6 months 2 weeks ago
What do you want to do? Wat wil je doen? 6 months 2 weeks ago
The woman walks away. De vrouw loopt weg. 6 months 2 weeks ago
No, that is not correct. Nee, dat is niet juist. 6 months 2 weeks ago
I want to walk. Ik wil lopen. 6 months 2 weeks ago
Yes, that’s correct. Ja, dat klopt. 6 months 2 weeks ago
Is this correct? Klopt dit? 6 months 2 weeks ago
I am going to visit a friend. Ik ga een vriend bezoeken. 6 months 2 weeks ago
I want to look for a job. Ik wil een baan zoeken. 6 months 2 weeks ago
I’m going to see you. Ik ga je zien. 6 months 2 weeks ago
This is a better way. Dit is een betere manier. 6 months 2 weeks ago
He’s there. Hij is daar. 6 months 2 weeks ago
How many students are there in the classroom? Hoeveel leerlingen zitten er in het klaslokaal? 6 months 2 weeks ago
two students twee studenten 6 months 2 weeks ago
We are at school. Wij zijn op school. 6 months 2 weeks ago
Is the school good? Is de school goed? 6 months 2 weeks ago
We are friends. Wij zijn vrienden. 6 months 2 weeks ago
We have good neighborhoods. Wij hebben goede wijken. 6 months 2 weeks ago
When did you buy it? Wanneer heb je het gekocht? 6 months 2 weeks ago
He wants to buy a car. Hij wil een auto kopen. 6 months 2 weeks ago
What is your breakfast? Wat is jouw ontbijt? 6 months 2 weeks ago
I want to eat. Ik wil eten. 6 months 2 weeks ago
Yesterday I was at home. Gisteren was ik thuis. 6 months 2 weeks ago
I have to go to the toilet. Ik moet naar het toilet. 6 months 2 weeks ago
I need this job. Ik heb deze baan nodig. 6 months 2 weeks ago
How many days is she staying here? Hoeveel dagen blijft ze hier? 6 months 2 weeks ago