Understand spoken Dutch

Verbs (Present tense, 3rd person singular) Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
Is there a house specialty?

Is er een specialiteit van het huis?

History is the teacher of life.

De geschiedenis is de lerares van het leven.

The washing machine is in the utility room.

In de bijkeuken staat de wasmachine.

Extortion can lead to imprisonment.

Afpersing kan leiden tot gevangenisstraf.

Technology is everything nowadays.

Techniek staat voor alles tegenwoordig.

It is clear that she was killed by a curse.

Het is duidelijk dat ze gedood is door een vloek.

when you need to speak French

wanneer er Frans gesproken moet worden

It’s time to reconcile.

Het is tijd om te verzoenen.

Do you know what Tom’s favorite drink is?

Weet jij wat Tom zijn favoriete drankje is?

This misery is more than I can bear.

Dit is meer ellende dan ik kan verdragen.

Tom is a potato farmer.

Tom is een aardappelboer.

She doesn’t know how to drive a car.

Zij weet niet hoe ze een auto moet besturen.

He melted the wax for the statue.

Hij heeft de was gesmolten voor het beeld.

His wife is my Italian teacher.

Zijn vrouw is mijn leerkracht Italiaans.

Now it ran away and flew over the fence.

Nu liep het weg en vloog over de schutting.

Nobody can answer this question.

Niemand kan deze vraag beantwoorden.

Math is a piece of cake for her.

Wiskunde is voor haar een peulenschil.

They’re my grandma’s dentures.

Het is het kunstgebit van mijn oma.

My annoyance doesn’t easily disappear.

Mijn ergernis verdwijnt niet gemakkelijk.

I have to consider every possibility.

Ik moet iedere mogelijkheid overwegen.