Het is vijfentwintig over acht.
Dit is mijn moeder.
“Denk je, dat dit de hele wereld is?” zei de moeder.
jij moet
Welke dag is het?
Hij heeft lang haar.
Tom heeft lang haar.
Yanni heeft wat werk te doen.
Niemand weet hoe lang hij zal leven.
Het is acht uur.
Weet je hoe ik daar kan komen?
Waar is het hoofd?
Laat me eens zien.
Ik kan dit alleen.
Waar is zijn vader?
Laat mij het ei eens zien!
Hoe gaat het met je vader?
Het komt wel goed.
Tom heeft een auto.
Er is niemand thuis.