Mijn bruidegom heeft me bedrogen.
Ik heb iets interssants gelezen.
Hij had er nog nooit zó gestoord uitgezien.
Ik heb gehoord dat Tom in Boston woont.
Ik heb geprobeerd het je te zeggen.
Tom heeft nooit aan je getwijfeld.
Tegen de avond bereikte het een kleine, armoedige boerenhut; deze was zo bouwvallig, dat zij zelf niet wist, naar welke kant zij zou vallen, en daarom bleef zij maar staan.
er scheen een helder, winters zonnetje
Brood wordt gemaakt van meel, water en gist.
Ik heb een aanzienlijk vermogen geërfd.
We hebben vele kilometers gelopen.
Heb je al eens met het vliegtuig gereisd?
De arts heeft de juiste diagnose gemaakt.
“Kwak, kwak!” zeide zij, en het ene eendje na het andere plofte er nu ook in; het water spatte hun om de kop, en zij doken even onder, maar kwamen al spoedig weer boven en zwommen uitmuntend.
De afpersing eindigde in de rechtszaal.
Ik ben blij dat je me uitgenodigd hebt.
Het meeste werk wordt door robots verricht.
Mijn broer en ik zijn samen opgegroeid.
We worden beïnvloed door onze omgeving.
Tom heeft drie boeken gepubliceerd.