Verbs Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	Are you a doctor, by any chance?	Bent u toevallig arts?
	What’s in this box?	Wat zit er in deze doos?
	We’re safe here.	We zijn hier veilig.
	She will come soon.	Ze zal straks komen.
	The car was on fire.	De auto stond in brand.
	We are finally free.	We zijn eindelijk vrij.
	Yanni is safe here.	Yanni is veilig hier.
	They won’t get far.	Ze zullen niet ver komen.
	I’m afraid of owls.	Ik ben bang voor uilen.
	Tom ordered food.	Tom bestelde eten.
	He was just behind me.	Hij was vlak achter mij.
	Does the machine still work?	Werkt de machine nog?
	I have a sore throat.	Ik heb pijn aan mijn keel.
	The branch is full of leaves.	De tak is vol met bladeren.
	When do owls sleep?	Wanneer slapen uilen?
	They’ve already eaten.	Ze hebben al gegeten.
	Yanni is here with Skura.	Yanni is hier met Skura.
	Oh, look, there comes the bus!	O, kijk, daar komt de bus al aan!
	Sit right behind me.	Ga vlak achter me zitten.
	Shouldn’t Tom go first?	Moet Tom niet eerst gaan?