Understand spoken Dutch

"to come" Practice Dutch lesson

Recording English Dutch Sort descending Status
Try your best to lay eggs, or to purr or let sparks come out of your body. Doe je best maar om eieren te leggen of te spinnen of vonken uit je lijf te laten komen.
I don’t mind your groping in the dark for a solution, but I wish you’d come to a decision. Het maakt mij niet uit dat je in het donker tast naar een oplossing, maar ik zou willen dat je tot een besluit zou komen.
He will come afterwards. Hij zal nadien komen.
He’ll show up soon. Hij zal spoedig komen opdagen.
How could he ever think to wish to be this pretty himself? Hoe zou het hem ook in de gedachten komen, te wensen, zelf zo mooi te zijn?
I should have come earlier. Ik had eerder moeten komen.
I knew you’d come. Ik wist wel dat je zou komen.
I will find out how the medicine works. Ik zal erachter komen hoe het medicijn werkt.
You’ll get into trouble if your parents find out. Je krijgt problemen als je ouders erachter komen.
to come komen
to come into the spotlight komen in de belangstelling
Can you arch your back, or purr, or throw out sparks? Kun je een hoge rug zetten en spinnen en maken, dat er vonken uit je lijf komen?
Let’s find out where Tom is. Laten we erachter komen waar Tom is.
well, we will find out soon nu, daar zullen we wel gauw achter komen
Now, that we will soon find out! Nu, dat zullen we wel eens te weten komen!
There were enough princesses; but he could not find out if they were real princesses. Prinsessen waren er genoeg; maar of het echte prinsessen waren, kon hij niet te weten komen.
to come (long form) te komen
Tom wanted to get back home. Tom wilde naar huis komen.
Where do they come from? Waar komen ze vandaan?
What if your parents find out? Wat als je ouders erachter komen?