"this" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	I don’t think anyone would want to read this book a second time.	Ik denk niet dat iemand dit boek een tweede keer zou willen lezen.
	this weekend	dit weekend
	This is my address.	Dit is mijn adres.
	Who ordered this?	Wie heeft dit besteld?
	Yanni didn’t order this.	Yanni heeft dit niet besteld.
	I’m Mary by the way and this is Tom.	Ik ben trouwens Maria, en dit is Tom.
	This is the kind of music that I like.	Dit is het soort muziek dat ik leuk vind.
	Why does this keep happening?	Waarom blijft dit gebeuren?
	These kinds of mistakes happen a lot.	Dit soort fouten gebeuren veel.
	These kinds of mistakes don’t happen often.	Dit soort fouten gebeuren niet vaak.
	This is Japan.	Dit is Japan.
	Why was this a secret?	Waarom was dit een geheim?
	Anybody could do this.	Iedereen zou dit kunnen.
	Tom has seen this before.	Tom heeft dit eerder gezien.
	I’m pretty sure that this is Tom’s umbrella.	Ik ben er vrij zeker van dat dit de paraplu van Tom is.
	I hate it.	Ik haat dit.
	Is this what you’ve been looking for?	Is dit wat je zocht?
	Do you know this word?	Kennen jullie dit woord?
	It happened by accident.	Dit is toevallig gebeurd.
	This is what he was looking for tonight.	Dit is wat hij zocht vanavond.