"this" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	It happened by accident.	Dit is toevallig gebeurd.
	This is what he was looking for tonight.	Dit is wat hij zocht vanavond.
	I’m pretty sure that this is Tom’s umbrella.	Ik ben er vrij zeker van dat dit de paraplu van Tom is.
	Is this correct?	Klopt dit?
	I hate it.	Ik haat dit.
	How much is this?	Hoeveel kost dit?
	Tom lives in this area.	Tom woont in dit gebied.
	Do you know this word?	Kennen jullie dit woord?
	This has been on my mind for a long time.	Dit zit me al een hele tijd dwars.
	Please write your name in this book.	Schrijf alstublieft je naam in dit boek.
	This is my sister.	Dit is mijn zus.
	This is Japan.	Dit is Japan.
	This is my husband.	Dit is mijn man.
	this weekend	dit weekend
	Nobody’s going to believe this.	Niemand gaat dit geloven.
	By the way, the owner of this restaurant is a friend of mine.	De eigenaar van dit restaurant is trouwens een vriend van me.
	Do you have this in my size?	Heeft u dit in mijn maat?
	This fits within the frame.	Dit past binnen het kader.
	This is worth considering.	Dit is het overwegen waard.
	This is a picture of my school.	Dit is een foto van mijn school.