Understand spoken Dutch

"they (short form)" Practice Dutch lesson

Recording English Dutch Status
They could have devoured us alive. Ze hadden ons levend kunnen verslinden.
They sold it as a set, not separately. Ze verkochten het als een stel, niet apart.
Tom and Mary weren’t able to eat as much as they wanted. Tom en Mary konden niet zoveel eten als ze wouden.
They noticed fewer fractures and head injuries. Ze stelden minder breuken en hoofdletsels vast.
They started kissing wildly. Ze begonnen hartstochtelijk te zoenen.
They discussed the redesigns of the square. Ze bespraken de herinrichtingen van het plein.
They refuse to take a detour because it’s shorter. Ze weigeren een omweg te nemen omdat het korter is.
This restaurant serves only organic food. In dit restaurant serveren ze louter biologisch voedsel.
They warned us about the dangers of drowning. Ze waarschuwden ons voor de gevaren van verdrinking.
I understand somehow that they don’t want to impose the ban. Ik begrijp ergens wel dat ze het verbod niet willen opleggen.
They were arrested for breach of professional secrecy. Ze zijn aangehouden wegens schending van het beroepsgeheim.
They shuffled quietly down the stairs, not to wake anyone. Ze schuifelden stilletjes de trap af, om niemand wakker te maken.
Conjunctions connect sentences; they make the text smoother and easier to understand. Voegwoorden verbinden zinnen; ze maken de tekst vloeiender en begrijpelijker.
And now all the little ducks hurried, as much as they could, and they emerged from the eggs and looked everywhere under the green leaves; and the mother let them look, as much as they wanted; because green is good for the eyes. En nu haasten zich al de kleine eendjes, wat zij konden, en zij kwamen uit de eieren te voorschijn en keken naar alle kanten onder de groene bladeren; en de moeder liet ze kijken, zoveel als zij maar wilden; want groen is goed voor de ogen.