Ja, het was werkelijk heerlijk daar buiten op het land!
Je bent zeker niet goed bij je verstand.
Je hebt niets uit te voeren, en daarom verzin je allerlei dwaasheden
Je kunt je fortuin daar wel maken, hoe lelijk je ook wezen mocht.
Je kunt mij gerust geloven!
Je zult toch wel niet wijzer willen zijn dan de kater en de vrouw.
Kun je een hoge rug zetten en spinnen en maken, dat er vonken uit je lijf komen?
Laat dat maar liggen, en leer je andere kinderen liever zwemmen!
Laat mij het ei eens zien!
Leg eieren of spin, en maak je anders uit de voeten!
liet het zijn scherpe tanden zien en
Maar al de nood en de ellende, welke het eendje in die strenge winter moest doorstaan, te vertellen, zou te akelig zijn.
Maar dat doet er niet toe!
Maar er is geen huis met je te houden, en het is alles behalve plezierig, met jou om te gaan
maar er kwamen geen eieren
Maar het arme eendje, dat het laatst uit het ei gekomen was en er zo lelijk uitzag, werd gebeten, gestoten en voor de gek gehouden, en dat zowel door de eenden als door de kippen.
maar het eendje dacht, dat zij hem kwaad wilden doen en vloog in zijn angst juist in het melkvat, zodat de melk overal in de kamer rondspatte
maar met iedere nacht werd het gat, waarin het zwom, al kleiner en kleiner
maar toch liep het er hoog mee, zoals het nog nooit ergens mee gedaan had
maar van een zwaan