"the" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the chauffeur	de chauffeur
	the efforts	de inspanningen
	The bus was ten minutes late.	De bus kwam tien minuten te laat.
	Who’s the president of this country?	Wie is de president van dit land?
	My house is on the other side of the river.	Mijn huis is aan de andere kant van de rivier.
	I found one of my shoes under my bed, but I can’t find the other one.	Ik heb één van mijn schoenen onder mijn bed gevonden, maar de andere kan ik niet vinden.
	the beautiful film	de mooie film
	the best in the class	de beste van de klas
	Yanni wants to be the best.	Yanni wil de beste zijn.
	Tom never helps in the kitchen.	Tom helpt nooit in de keuken.
	The police are looking for Tom.	De politie is op zoek naar Tom.
	When does the meeting start?	Wanneer begint de vergadering?
	When is Santa Claus coming?	Wanneer komt de kerstman?
	Tom got angry at the children.	Tom maakte zich kwaad op de kinderen.
	the cell door	de celdeur
	the contest	de wedstrijd
	Does the machine still work?	Werkt de machine nog?
	The police are looking for the robber.	De politie is op zoek naar de dief.
	Tom doesn’t live around here.	Tom woont hier niet in de buurt.
	the summer holidays	de zomervakantie