"the" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	Who won the game?	Wie heeft de wedstrijd gewonnen?
	the windscreen wipers	de ruitenwissers
	I was lost in the crowd.	Ik raakte verdwaald in de menigte.
	I wasn’t in the mood.	Ik was gewoon niet in de stemming.
	The envoys arrived yesterday.	De gezanten kwamen gisteren aan.
	the subject teachers	de vakleerkrachten
	conspiracy against the state	samenzwering tegen de staat
	The old trunk had become completely hollow.	De oude stam was helemaal hol geworden.
	The coup was successful.	De staatsgreep was succesvol.
	The king ordered an attack.	De koning heeft een aanval bevolen.
	And the other children rejoiced with him	En de andere kinderen jubelden mee
	And the other swans bowed before him.	En de andere zwanen bogen zich voor hem.
	The trumpet is a musical instrument.	De trompet is een muziekinstrument.
	Thank you for your recommendation.	Dank je wel voor de aanbeveling.
	The heir gets the family house.	De erfgenaam krijgt het familiehuis.
	The situation is getting trickier.	De situatie wordt steeds listiger.
	The commotion about the painting was huge.	De ophef over het schilderij was enorm.
	She kept the letters for years.	Zij bewaarde de brieven jarenlang.
	the scarcity of mussels	de mosselschaarste
	The garden is surrounded by a fence.	De tuin is omgeven door een omheining.