"the (neutral)" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	When are you planning to get married?	Wanneer ga je in het huwelijksbootje stappen?
	Their legs went by themselves, and they were all in the water; even the ugly, greyish duckling swam along.	Hun poten gingen van zelf, en allen waren zij in het water; zelfs het lelijke, grauwe eendje zwom mee.
	You will vanish like the warm stove, like the delicious roast goose, and the large, glorious Christmas tree.	Je verdwijnt evenals de warme kachel, evenals het heerlijke ganzengebraad en de grote, prachtige Kerstboom.
	the fence	het hek
	the plate	het bord
	the dust	het stof
	the soot	het roet
	the level	het vlak
	the hay	het hooi
	the sheet	het blad
	the share	het deel
	the offspring	het jong
	the present	het heden
	the rug	het kleed
	the sewer	het riool
	the virus	het virus
	the head (diminutive)	het kopje
	the happiness	het geluk
	the diet	het dieet
	the siege	het beleg