Pronouns Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	That was a feeble attempt at humour.	Dat was een flauwe poging tot humor.
	My canary loves fresh fruit.	Mijn kanarie houdt van vers fruit.
	We will have a math quiz tomorrow.	We hebben morgen een wiskunde toets.
	I never imagined meeting you here.	Ik had nooit gedacht u hier te zien.
	I wasn’t in the mood.	Ik was gewoon niet in de stemming.
	This report is concise and clear.	Dit rapport is bondig en duidelijk.
	Do you wear dentures?	Draagt u een kunstgebit?
	He will not be able to do the work.	Hij zal het werk niet aankunnen.
	Rather than work, she wants to travel.	Veeleer dan werken, wil zij reizen.
	She began raving with anger.	Ze begon te geraaskal van woede.
	He grumbled about the cold weather.	Hij mopperde over het koude weer.
	I know you don’t trust us.	Ik weet dat je ons niet vertrouwd.
	our job is not easy	Onze opdracht is niet eenvoudig
	I wonder who’ll win.	Ik ben benieuwd wie er gaat winnen.
	My career started as an intern.	Mijn loopbaan begon als stagiair.
	well, we will find out soon	nu, daar zullen we wel gauw achter komen
	My mother is a nurse.	Mijn moeder is verpleegster.
	Tom assumed that it was free.	Tom ging ervan uit dat het gratis was.
	Don’t believe her because she always lies.	Geloof haar niet, want ze liegt altijd.
	Ask Tom whether he wants another drink.	Vraag Tom of hij nog een drankje wil.