Understand spoken Dutch

Pronouns Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
Recording
EnglishHow do these things work? DutchHoe werken deze dingen? Status
Recording
Englishcleared his throat Dutchschraapte zijn keel Status
Recording
Englishlet her finish raging Dutchlaat ze maar uitrazen Status
Recording
Englishthat frustrates me Dutchdat frustreert mij Status
Recording
EnglishI weigh 65 kilos. DutchIk weeg 65 kilo. Status
Recording
EnglishThey nodded in agreement. DutchZe knikten instemmend. Status
Recording
Englishyou have rejected us Dutchu hebt ons verstoten Status
Recording
EnglishThat is really too tight. DutchDat is dus echt veel te krap. Status
Recording
EnglishA single match would do her good, if she would dare to take one from a box, strike it against the wall to warm her fingers. DutchÉén enkel lucifertje zou haar wel goed doen, als zij er maar één uit een doosje durfde nemen, dit tegen den muur afstrijken en zich de vingers daaraan warmen. Status
Recording
Englishfor her old grandmother, the only one who had ever loved her, and who had now passed away, had told her that when a star falls, a soul was going up to God Dutchwant haar oude grootmoeder, de enige die haar ooit had liefgehad, maar die nu dood was, had haar verteld, dat er, als er een ster naar beneden valt, een ziel tot God opstijgt Status
Recording
Englishto bring somebody along Dutchiemand meebrengen Status
Recording
EnglishTom and Mary both lied. DutchTom en Mary logen allebei. Status
Recording
Englishto express myself Dutchmezelf uitdrukken Status
Recording
EnglishI hate chemistry. DutchIk haat scheikunde. Status
Recording
EnglishI have to keep up. DutchIk moet bijblijven. Status
Recording
EnglishI will have to report this. DutchIk zal dit moeten melden. Status
Recording
EnglishTheir son has autism. DutchHun zoon heeft autisme. Status
Recording
EnglishHis beard was long and bushy. DutchZijn baard was lang en ruig. Status
Recording
EnglishThis towel is harsh to the touch. DutchDeze handdoek voelt ruw aan. Status
Recording
EnglishHe gave a big yawn! DutchHij geeuwde uitbundig. Status