Pronouns Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	His Japanese is almost perfect.	Zijn Japans is vrijwel perfect.
	He wants to join.	Hij wil graag aanschuiven.
	She laughed in a derisive manner.	Ze lachte op een honende manier.
	Did you enjoy your meal?	Heeft u genoten van uw maaltijd?
	When it got cold, the oil solidified.	Toen het koud werd, stolde de olie.
	The restaurant suits me just fine.	Het restaurant bevalt mij prima.
	This feels like a slap in the face.	Dit voelt als een kaakslag.
	how simply they lived back then	wat leefden ze eenvoudig toen
	Put these pieces of cloth under your armpits.	Doe die stukken stof onder uw oksels.
	He destroyed the farm.	Hij verwoestte de boerderij.
	By the way, have you read that book?	Trouwens, heb je dat boek gelezen?
	It’s merely a matter of time.	Het is louter een kwestie van tijd.
	Can I get insurance?	Kan ik verzekering krijgen?
	I think I will arrive on time.	Ik denk dat ik op tijd zal aankomen.
	What are the different options?	Wat zijn de verschillende opties?
	My oldest son’s name is Tom.	De naam van mijn oudste zoon is Tom.
	I used to play the trombone.	Ik speelde vroeger de trombone.
	I met him the day before yesterday.	Ik ontmoette hem eergisteren.
	We met before.	We hebben elkaar eerder ontmoet.
	Let’s live life together!	Laten we het leven samen beleven!