Understand spoken Dutch

Pronouns Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
I have to take the chance. Ik moet de gelegenheid aangrijpen.
That book scared the wits out of me. Dat boek jaagde me de stuipen op het lijf.
A lot of kids wear jeans. Veel kinderen dragen een spijkerbroek.
I can’t emphasize it enough. Ik kan het niet genoeg benadrukken.
There it lay down quite exhausted Daar bleef het geheel uitgeput liggen.
Do you accept American dollars? Kan ik met Amerikaanse dollars betalen?
They sent me a free sample. Ze hebben me een gratis staal gestuurd.
Do we get a reward if we find him? Krijgen we een beloning als we hem vinden?
I agree with the author’s position. Ik ben het eens met de stelling van de auteur.
Ron said it made him sick Ron zei dat hij daar misselijk van werd
Why couldn’t we get through that barrier? Waarom konden we niet door dat dranghek?
There is a knot in my shoelace. Er zit een knoop in mijn schoenveter.
I have lost my wallet. Ik heb mijn portefeuille verloren.
And so they went to the duck cage. En zo begaven zij zich naar de eendenkooi.
They are trying to drive a wedge between you and us. Zij proberen een wig tussen u en ons te drijven.
Despite all his wealth, he is stingy. Ondanks al zijn rijkdom is hij toch gierig.
Can I charge my phone anywhere around here? Kan ik mijn telefoon hier ergens opladen?
I saw the light at the end of the tunnel. Ik zag een licht aan het einde van de tunnel.
Don’t pay any attention to what your father says. Schenk geen aandacht aan wat je vader zegt.
I have nothing to open the can with. Ik heb niets om het blik te openen.