Understand spoken Dutch

Pronouns Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
I knew you’d mess things up. Ik wist dat je het ging verprutsen.
A beard does not make a philosopher. Een baard maakt je nog geen filosoof.
I clenched my fists in frustration. Ik balde mijn vuisten van frustratie.
The canary sings cheerfully in its cage. De kanarie zingt vrolijk in zijn kooi.
I saw a man with a measuring stick in his hand. Ik zag een man met een meetlat in zijn hand.
He earns twenty dollars a day. Hij verdient twintig dollar per dag.
I don’t want to be forced to turn on my webcam. Ik wil niet gedwongen worden om mijn webcam aan te zetten.
At the last minute, he decided not to go. Op het valreep besloot hij niet te gaan.
This weekend is the big unveiling. Dit weekend is de grote onthulling.
It’s a pleasure to meet you. Het is een genoegen om je te ontmoeten.
to brush your hair om je haar te borstelen
We want to renovate the bedroom. Wij willen de slaapkamer renoveren.
for the players to register voor de spelers om zich in te schrijven
the water dripped from her hair and clothes het water droop haar uit het haar en de kleren
That was the high point of my day. Dat was het hoogtepunt van mijn dag.
I’m the champion of my province. Ik ben de kampioen van mijn provincie.
I’ll give you a demonstration. Ik zal je een demonstratie geven.
Please call me before you come. Gelieve me te bellen vooraleer je komt.
Is he going to high school? Gaat hij naar de middelbare school?
This store closes at nine in the evening. Deze winkel sluit om negen uur ’s avonds.