Understand spoken Dutch

Pronouns Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
She stumbled over her words. Ze is gestruikeld over haar woorden.
So it is wrong, we must change Het is dus verkeerd, we moeten het veranderen
I haven’t slept almost all night! Ik heb bijna de hele nacht geen oog dichtgedaan!
and they clapped their hands and danced around en zij klapten in de handen en dansten in de rondte
I usually take a bath before going to bed. Meestal neem ik een bad vooraleer ik ga slapen.
I bought a new mobile phone. Ik heb een nieuwe mobiele telefoon gekocht.
Tom couldn’t tell one twin from the other. Tom kon de tweeling niet uit elkaar houden.
The teacher gave us a difficult assignment. De leraar gaf ons een moeilijke opdracht.
After the wedding, they had intercourse. Na het huwelijk hadden ze gemeenschap.
Nobody can foresee what’ll happen. Niemand kan voorzien wat er gaat gebeuren.
On the twenty-fifth of December, it’s Christmas Day! Op 25 december is het Kerstmis!
We will reserve two seats for Lille. Wij reserveren twee plaatsen voor Lille.
I can reserve two seats for Lille. Ik kan twee plaatsen reserveren voor Lille.
You can reserve two seats for Lille. U kunt twee plaatsen voor Lille reserveren.
Can you tell us more about your products? Kan je ons meer vertellen over je producten?
I must reserve two seats for Lille. Ik moet twee plaatsen reserveren voor Lille.
He seemed to understand foreign policy. Hij leek buitenlands beleid te begrijpen.
He tripped over his own feet. Hij is gestruikeld over zijn eigen voeten.
We don’t need any more problems. We hebben geen behoefte aan nog meer problemen.
That wasn’t a hard call to make. Dat was geen moeilijke beslissing om te maken.