Prepositions Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	to row (long form)	te roeien
	to break (long form)	te breken
	to submit (long form)	te dienen
	on their toes	op hun tenen
	for a copy	om een kopie
	to aim at (long form)	te viseren
	to make off with	aan de haal met
	under control	in bedwang
	to play chess (long form)	te schaken
	at ease	op mijn gemak
	to cluck (long form)	te kakelen
	to drive (long form)	te drijven
	inspires	inboezemt
	to get (long form)	te geraken
	to fight (long form)	te vechten
	without hassle	zonder gedoe
	in the south	in het zuiden
	to suffer from	last hebben van
	the top of the roof	de nok van het dak
	to donate (long form)	te schenken