de bus
de pil
de pop
de lei
de job
de wei
de sok
de fee
de bek
de tol
de bel
de mol
“Je bent verschrikkelijk lelijk!” zeiden de wilde eenden; “maar dat kan ons niet schelen, als je maar niet met iemand van onze familie trouwt!”
het vat
de kaak
de kool
de prei
de dans
de oren
de pijl