Deze zijn van Tom.
waarvan
Wat denk je van dit boek?
de naam van
a.d.h.v.
de poten van de tafel
Ik wil niet van mij zelf spreken.
het was de laatste avond van het jaar.
Tom woont in het hart van de stad.
i.f.v.
Is al dit geld van jou?
“Wat is dat een verschrikkelijk groot eendje,” dacht zij; “geen van de anderen ziet er zo uit.”
Ik wil een van deze kopen.
de dagen van de week
Het hangt van het bedrijf af.
Wat zijn de maanden van het jaar?
Ik zou willen weten wat je van plan bent.
Ik ben van niets bang.
Yanni houdt van chocolade.
Niet iedereen houdt van sneeuw.