Nouns Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	Have you got a beard already?	Heb je al een baard?
	the solution	de oplossing
	Labour Day	Dag van de Arbeid
	the goldfish	de goudvis
	the students	de studenten
	I need some soap.	Ik heb wat zeep nodig.
	women’s rights	vrouwenrechten
	contact person	contactpersoon
	the picture on the wall	het beeld op de muur
	He has a beard.	Hij heeft een baard.
	the thick black smoke	de dikke zwarte rook
	How’s the job?	Hoe bevalt je baan?
	the information	de informatie
	Tom bought flowers.	Tom kocht bloemen.
	Where is the toilet?	Waar is het toilet?
	the assignments	de opdrachten
	I know Tom’s secret.	Ik weet Toms geheim.
	the battle	de veldslag
	Don’t worry.	Maak je geen zorgen.
	You have a large stomach.	Je hebt een grote maag.