Nouns Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	to kill (informal, long form)	om zeep te helpen
	the vegetables	de groenten
	the truth	de waarheid
	annual report	jaarverslag
	The drawer won't open.	De la gaat niet open.
	The ice is very thick.	Het ijs is heel dik.
	a new ship	een nieuw schip
	a test environment	een test omgeving
	Soap, please. (informal)	Zeep, alsjeblieft.
	by means of	d.m.v.
	Do you have a safe?	Heeft u een kluis?
	Where there’s smoke, there’s fire.	Waar rook is, is vuur.
	bird species	vogelsoorten
	the warm stove	de warme kachel
	so much misery	zoveel ellende
	an assertion	een bewering
	Do you like the city?	Bevalt de stad u?
	clothes shop	kledingwinkel
	human rights	mensenrechten
	to stay in touch	contact houden