Nouns Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	police station	politiebureau
	Can you walk?	Kunt u stappen?
	postcard	ansichtkaart
	the challenge	de uitdaging
	a new leave	een nieuw verlof
	rental agreement	huurovereenkomst
	a cold shower	een koude douche
	to take a shower	een douche nemen
	a new robe	een nieuw gewaad
	a black robe	een zwart gewaad
	his old robe	zijn oude gewaad
	your files	je bestanden
	the files	de bestanden
	the hamburger	de hamburger
	Just in case.	Voor het geval dat.
	the carpenter	de timmerman
	in the future	in de toekomst
	like an eagle	als een adelaar
	I’m from Spain.	Ik kom uit Spanje.
	I’m a baker.	Ik ben een bakker.