Nouns Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	sex offense	zedenschennis
	It's almost eleven o'clock.	Het is bijna elf uur.
	I have brown hair.	Ik heb bruin haar.
	a meal	een maaltijd
	Horses eat grass.	Paarden eten gras.
	The frame is red.	Het kader is rood.
	a wizard	een tovenaar
	the proposal	het voorstel
	food crisis	voedselcrisis
	the past	het verleden
	But good heavens!	Maar lieve hemel!
	in the north	in het noorden
	quarter to nine	kwart voor negen
	I have blond hair.	Ik heb blond haar.
	the gender	het geslacht
	The sea was very smooth.	De zee was erg glad.
	the creature	het schepsel
	the article	het lidwoord
	Armistice Day	Wapenstilstand
	Can you walk?	Kunt u stappen?