Nouns Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the words	de woorden
	the ducklings	de eendjes
	This sentence is good.	Deze zin is goed.
	the traffic	het verkeer
	It’s already summer.	Het is al zomer.
	Which sentence is wrong?	Welke zin is fout?
	the environment	de omgeving
	Tom sat next to me.	Tom zat naast me.
	summer holidays	zomervakantie
	We live on Earth.	We wonen op aarde.
	This is my choice.	Dit is mijn keuze.
	I make a choice.	Ik maak een keuze.
	Tom thinks you’re cute.	Tom vindt je leuk.
	working environment	werkomgeving
	in the first month	in de eerste maand
	the president	de president
	the pocket money	het zakgeld
	the chauffeur	de chauffeur
	home environment	thuisomgeving
	Why isn’t Tom tired?	Waarom is Tom niet moe?