Nouns Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	Yanni wants to be the best.	Yanni wil de beste zijn.
	I drink too much coffee.	Ik drink te veel koffie.
	orange juice	sinaasappelsap
	That’s what the doctor said.	Dat is wat de dokter zei.
	I need a doctor.	Ik heb een dokter nodig.
	the charity	het goede doel
	I’ve ordered coffee.	Ik heb koffie besteld.
	an artwork	een kunstwerk
	the history	de geschiedenis
	the agreement	de overeenkomst
	the tortoise	de schildpad
	Yanni knows he’s ready.	Yanni weet dat hij klaar is.
	Answer in English.	Antwoord in het Engels.
	I already know the answer.	Ik weet het antwoord al.
	an agreement	een overeenkomst
	framework agreement	raamovereenkomst
	I won’t work for Tom.	Ik zal niet voor Tom werken.
	By the way, what’s your address?	Trouwens, wat is je adres?
	Tom is going shopping tomorrow.	Tom gaat morgen winkelen.
	I’d like a glass of water.	Ik zou wel een glas water willen.