Nouns Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	to make an appointment	een afspraak maken
	behind the scenes	achter de schermen
	America is beautiful.	Amerika is prachtig.
	I usually eat lunch at home.	Ik lunch meestal thuis.
	He gave the dog a bone.	Hij gaf een bot aan de hond.
	the differences	de verschillen
	the gold medal	de gouden medaille
	a lot of dedication	veel toewijding
	education level	opleidingsniveau
	the experts	de deskundigen
	The stall at the market is busy.	De kraam op de markt is druk.
	language acquisition	taalverwerving
	to set up a plan	een plan opstellen
	I don’t drink alcohol.	Ik drink geen alcohol.
	Tom fell off the balcony.	Tom viel van het balkon.
	He wrote a letter.	Hij schreef een brief.
	the oatmeal	de havermout
	to go to a concert	naar een concert gaan
	Do you have an appointment?	Heeft u een afspraak?
	This fits within the frame.	Dit past binnen het kader.