Nouns Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the fingers	de vingers
	the hands (diminutive)	de handjes
	biggest size	grootste maat
	next step	volgende stap
	Get in the car.	Stap in de auto.
	the first step	de eerste stap
	the abyss	de afgrond
	inland shipping	binnenvaart
	Tom is conscious.	Tom is bewust.
	the absence	het verzuim
	nine-year-old	negenjarige
	a student	een student
	dish of the day	dagschotel
	lemon juice	citroensap
	the percent	het procent
	the decision	het besluit
	the decency	het fatsoen
	grape juice	druivensap
	the message	het bericht
	a message	een bericht