Nouns Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the experts	de deskundigen
	The stall at the market is busy.	De kraam op de markt is druk.
	language acquisition	taalverwerving
	to set up a plan	een plan opstellen
	I don’t drink alcohol.	Ik drink geen alcohol.
	Enjoy your meal!	Geniet van je maaltijd!
	Tom fell off the balcony.	Tom viel van het balkon.
	He wrote a letter.	Hij schreef een brief.
	the oatmeal	de havermout
	a quick mention	een snelle vermelding
	Do you have an appointment?	Heeft u een afspraak?
	This fits within the frame.	Dit past binnen het kader.
	the most important	het voornaamste
	the victim	het slachtoffer
	system administrator	systeembeheerder
	a murder with robbery	een roofmoord
	pinstripe suit	krijtstreep pak
	She is expecting a child.	Ze verwacht een kind.
	That was my department.	Dat was mijn afdeling.
	a dish of cold meats	een schotel koud vlees