Nouns Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	royal family	vorstenhuis
	sex offense	zedenschennis
	the axle	de wielas
	I have brown hair.	Ik heb bruin haar.
	lemon tart	citroentaart
	The frame is red.	Het kader is rood.
	a wizard	een tovenaar
	the proposal	het voorstel
	food crisis	voedselcrisis
	the past	het verleden
	But good heavens!	Maar lieve hemel!
	I have blond hair.	Ik heb blond haar.
	the gender	het geslacht
	the creature	het schepsel
	the article	het lidwoord
	the conflict	het conflict
	Armistice Day	Wapenstilstand
	police station	politiebureau
	Can you walk?	Kunt u stappen?
	the challenge	de uitdaging