Nouns Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	little hope for submarine	weinig hoop voor duikboot
	retaliatory attack	vergeldingsaanval
	I wonder whether Tom is alive.	Ik vraag me af of Tom nog leeft of niet.
	Would you go to Boston if you had the chance to?	Zou je naar Boston gaan als je de kans had?
	Every child has the right to education.	Ieder kind heeft recht op onderwijs.
	Didn’t you know Tom was married?	Wist je niet dat Tom getrouwd was?
	Everyone saw that I was embarrassed.	Iedereen zag dat ik voor schut stond.
	Retaliation is not a solution.	Vergelding is geen oplossing.
	Tom doesn’t understand French very well.	Tom begrijpt Frans niet helemaal.
	“You don’t understand me,” said the duckling.	«Je begrijpt mij niet!» zei het eendje.
	the gamekeeper	de jachtopziener
	He had broken up with his wife.	Hij heeft met zijn vrouw gebroken.
	developing country	ontwikkelingsland
	I’ve been married three times.	Ik ben drie keer getrouwd geweest.
	I would rather do management now.	Ik zou nu liever management doen.
	Why don’t we start without Tom?	Waarom beginnen we niet zonder Tom?
	showed his sharp teeth and	liet het zijn scherpe tanden zien en
	I hope I didn’t wake you up.	Ik hoop dat ik je niet wakker heb gemaakt.
	Splash, splash! the reed bent in every direction.	Plof, plof! het riet boog zich naar alle kanten heen.
	Her job is to help customers.	Haar functie is om klanten te helpen.