"not" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	Do not give alms to impoverishment.	Aalmoezen geven verarmt niet.
	We didn’t play well.	We hebben niet goed gespeeld.
	The cake won’t taste good.	De taart zal niet lekker smaken.
	The meeting hasn’t begun yet.	De meeting is nog niet begonnen.
	I wasn’t trying to be a hero.	Ik wou niet de held uithangen.
	You will live longer if you don’t smoke.	Je zal langer leven als je niet rookt.
	We can’t lose him.	We mogen hem niet kwijtraken.
	It doesn’t matter which team wins the game.	Het maakt niet uit welk team de wedstrijd wint.
	If you don’t watch out, you’ll get another fine.	Als je niet oplet, krijg je nog een boete.
	Don’t let your zeal drop.	Laat uw ijver niet verslappen.
	I didn’t foresee this turn of events.	Deze wending heb ik niet voorzien.
	There is not the slightest proof.	Er is niet het geringste bewijs.
	Tom said that the claim wasn’t true.	Tom zei dat de bewering niet klopte.
	Why don’t we go swimming with Tom?	Waarom gaan we niet zwemmen met Tom?
	I don’t want to continue pressing the issue.	Ik wil niet blijven aandringen.
	not easily challenged	niet gemakkelijk uitgedaagd
	Bob could not control his anger.	Bob kon zijn woede niet beheersen.
	The deck was poorly shuffled.	De kaarten werden niet goed geschud.
	I’m not paying you to stand and chat.	Ik betaal je niet om te staan kletsen.
	We couldn’t be more excited.	We konden niet meer opgetogen zijn.