Bel je moeder!
De baarmoeder is de moeder van alle dingen.
de moeder
De moeder der eendjes ging met haar hele familie naar de gracht toe.
Dit is mijn moeder.
Een welopgevoed eendje zet zijn poten buitenwaarts, evenals vader en moeder doen.
En de moeder zeide: “Ik wou, dat je maar ver hier vandaan waart!”
En nu haasten zich al de kleine eendjes, wat zij konden, en zij kwamen uit de eieren te voorschijn en keken naar alle kanten onder de groene bladeren; en de moeder liet ze kijken, zoveel als zij maar wilden; want groen is goed voor de ogen.
feeënmoeder
Het waren heel grote pantoffels, die haar moeder tot dusverre gedragen had, zo groot waren zij.
Het was zomer, het koren was rijp, het hooi stond op de groene weiden aan oppers, en de ooievaar liep op zijn lange, rode poten en praatte Egyptisch; want deze taal had hij van zijn moeder geleerd.
Ik denk niet dat je moeder hem leuk vindt.
Mijn moeder kwam terug van de winkel.
Mijn moeder probeerde het paar te verzoenen.
Mijn moeder staat in de keuken.
Moederdag
moederziel
Yanni zag Skura met haar moeder.
“Dat gaat immers niet,” zei de moeder van het eendje; “het is wel niet mooi, maar het heeft een goed hart en zwemt even flink als al de anderen, ja, ik moet zeggen, nog beter.
“Denk je, dat dit de hele wereld is?” zei de moeder.