een grote, oerlelijke pop
Er werd een grote jacht gehouden; de jagers lagen rondom het moeras; ja, enigen zaten boven in de takken der boomen, die zich ver over het riet uitstrekten.
een grote ijzeren kachel
een grote maag
een grote, ouderwetse sleutel
een grote, omgeploegde akker
en voordat het beest het recht wist, bevond het zich in een grote tuin, waarin de vlierbomen geurden en hun lange, groene takken tot in het water neerbogen
Eindelijk ging het grote ei open.
Hij heeft grote oren.
Hij is een grote lafaard.
Hij liep met grote passen naar het kasteel.
het is met grote droefenis
Het scheen het kleine meisje werkelijk toe, alsof zij bij een grote, ijzeren kachel zat.
Het draaide zijn kop om, om hem onder de vleugels te steken; maar op hetzelfde ogenblik stond er een vreselijk grote hond dicht bij het eendje.
Het was allemaal een grote, zalige waas.
Het waren heel grote pantoffels, die haar moeder tot dusverre gedragen had, zo groot waren zij.
grote, eeltige platvoeten
Londen is een grote stad.
Nee, maar we hebben wel een grote zolder.
Op zekere avond, juist toen de zon in haar pracht onderging, kwam er een hele troep grote vogels uit het bos