Jobs Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the cook	de kok
	emergency doctor	spoedarts
	I am a cook.	Ik ben een kok.
	the supervisor	de opziener
	the teacher	de leerkracht
	You are a teacher.	Je bent leerkracht.
	Is he a teacher?	Is hij een leerkracht?
	The vacancy is now closed.	De vacature is nu gesloten.
	I am an English teacher.	Ik ben leerkracht engels.
	I usually take a bath before going to bed.	Meestal neem ik een bad vooraleer ik ga slapen.
	Are there any tourists here this evening, by any chance?	Zijn er hier vanavond toevallig toeristen?
	The doctor advised me not to consume too much sugar.	De dokter heeft me afgeraden om te veel suiker te eten.
	the baker	de bakker
	the priest	de priester
	the servant	de bediende
	police station	politiebureau
	the carpenter	de timmerman
	I’m a baker.	Ik ben een bakker.
	My husband is a baker.	Mijn man is bakker.
	Are you a carpenter?	Ben je timmerman?