Het leek een fraai, in leer gebonden boek.
het liep er bij de neuzen van haar schoenen in en bij de hakken weer uit
Het liep over veld en weiden; maar er woei zulk een hevige storm, dat het werk had om op zijn poten te blijven staan.
Het maakt niet uit welk team de wedstrijd wint.
Het maakt niets uit.
Het ontplofte met een luide knal.
Het scheen het kleine meisje werkelijk toe, alsof zij bij een grote, ijzeren kachel zat.
Het schijnt dat we een mol in ons midden hebben.
Het sneeuwde een beetje vorige nacht.
Het spat uit elkaar.
Het spijt me.
Het spijt mij dat ik te laat ben.
Het valt uit elkaar.
Het vergt moed om je hart te volgen.
Het veroorzaakte enorm leed maar we zagen ook massaal veel solidariteit.
Het voelde als een hartaanval.
Het voelt echt.
Het vriest hier.
Het vriest.
Het vroor, dat het kraakte