"is" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	I know Tom is a butcher.	Ik weet dat Tom een slager is.
	The meniscus is not a bone.	Een meniscus is geen been.
	Is it accessible?	Is het toegankelijk?
	This map is out of date.	Deze kaart is verouderd.
	Purple is a striking colour.	Paars is een opvallende kleur.
	The working language is Dutch.	De voertaal is Nederlands.
	The bellows are made of leather.	De blaasbalg is gemaakt van leer.
	I think what you’re saying is true.	Ik denk dat het waar is wat je zegt.
	it is with great sadness	het is met grote droefenis
	He is a good writer.	Hij is een goede schrijver.
	The chore is finally done.	Het karwei is eindelijk klaar.
	His assertion is unfounded.	Zijn bewering is ongegrond.
	Belgium is not seeded.	België is geen reekshoofd.
	Here’s the tricky part.	Hier is het lastige gedeelte.
	He turned traitor.	Hij is een verrader geworden.
	The target has moved.	Het mikpunt is verplaatst.
	The software has been updated.	De software is bijgewerkt.
	That moped isn’t mine.	Die bromfiets is niet van mij.
	some haste is therefore required	enige haast is daarom wel geboden
	You can never be too careful.	Men is nooit te voorzichtig.