"I" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	I want to go there once more.	Ik wil daar nog een keer heen.
	I want my key back.	Ik wil mijn sleutel terug.
	I’ll be flying to Boston.	Ik ga naar Boston vliegen.
	I fell asleep while I was watching TV.	Ik viel in slaap terwijl ik tv keek.
	I need a distraction.	Ik heb afleiding nodig.
	I have fifty euros in my pocket.	Ik heb vijftig euro in mijn zak.
	I am pregnant.	Ik ben in verwachting.
	I need a cold shower.	Ik heb een koude douche nodig.
	I know three of the people in this picture.	Ik ken drie van de mensen in de foto.
	I’ve never broken a bone.	Ik heb nog nooit een bot gebroken.
	I feel somewhat obligated.	Ik voel me enigszins verplicht.
	I felt really miserable.	Ik voelde me echt ellendig.
	I appreciate your problem.	Ik ben me bewust van je probleem.
	I’ve never stolen anything.	Ik heb nog nooit iets gestolen.
	I want to marry a virgin.	Ik wil graag met een maagd trouwen.
	I would like an apointment.	Ik wil graag een afspraak maken.
	I had jeans on.	Ik droeg een spijkerbroek.
	I need to see that report today.	Ik moet dat rapport vandaag zien.
	I would like to contribute.	Ik zou graag willen bijdragen.
	I could use some advice.	Ik zou wat advies kunnen gebruiken.