"I" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	Sorry, I don’t understand.	Sorry, ik begrijp het niet.
	I must hide.	Ik moet me verbergen.
	I don’t regret anything.	Ik heb nergens spijt van.
	I can’t talk about this.	Ik kan hier niet over praten.
	I found her pictures in your drawer.	Ik vond haar foto’s in je la.
	I’ll ask Tom tomorrow.	Ik zal het Tom morgen vragen.
	I need to pee urgently.	Ik moet dringend plassen.
	Am I that transparent?	Ben ik zo doorzichtig?
	Where can I get money changed?	Waar kan ik geld wisselen?
	I excited her.	Ik heb haar opgewonden.
	I urgently need help.	Ik heb dringend hulp nodig.
	all that time I write in chalk	al die tijd schrijf ik in krijt
	I have dishonoured my family.	Ik heb mijn familie onteerd.
	I tried not to laugh.	Ik trachtte niet te lachen.
	Whenever I think of you, I thank God.	Telkens als ik aan u denk, dank ik God.
	I didn’t get enough sleep.	Ik heb niet genoeg geslapen.
	I never liked him anyway.	Ik vond hem sowieso niet leuk.
	I am wearing my silver jewelry.	Ik draag mijn zilveren sieraden.
	I had good teachers.	Ik heb goede leerkrachten gehad.
	I found the jewelry that I had lost.	Ik vond de sieraden die ik kwijt was.