"his" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	You can trust him to keep his word.	Je kan hem vertrouwen dat hij zijn woord zal houden.
	his whole army	zijn hele leger
	Can Tom write his name?	Kan Tom zijn naam schrijven?
	Tom has sold his car.	Tom heeft zijn auto verkocht.
	Tom said that all his friends were drunk.	Tom zei dat al zijn vrienden dronken waren.
	Who did Tom sell his farm to?	Aan wie heeft Tom zijn boerderij verkocht?
	Why did Tom sell his farm?	Waarom heeft Tom zijn boerderij verkocht?
	He is totally dependent on his parents.	Hij is volledig afhankelijk van zijn ouders.
	his glasses	zijn bril
	his new sweater	zijn nieuwe trui
	In his hand, lead became gold.	In zijn hand werd lood goud.
	Tom sometimes rips off his customers.	Tom zet zijn klanten soms af.
	His beard was a source of pride.	Zijn baard was een bron van trots.
	Tom couldn’t believe his eyes.	Tom kon zijn ogen niet geloven.
	He had broken up with his wife.	Hij heeft met zijn vrouw gebroken.
	The police seized his house.	De politie legde beslag op zijn huis.
	showed his sharp teeth and	liet het zijn scherpe tanden zien en
	He tripped over his own feet.	Hij is gestruikeld over zijn eigen voeten.
	His exile lasted more than ten years.	Zijn ballingschap duurde meer dan tien jaar.
	his collar	zijn kraag