aanvaard elkaar
En dat deden zij; maar de andere eenden in de rondte bekeken ze en zeiden tegen elkaar:
Harry had drie nachten achter elkaar door de school gezworven
Ik steek het in elkaar.
Daarbinnen was een verschrikkelijk rumoer; want daar waren twee families, die elkaar het bezit van een palingkop betwistten, en eindelijk kreeg de kat die toch.
Houd ermee op elkaar te veroordelen.
De betrokken instanties kaatsten de bal naar elkaar door.
de kinderen liepen elkaar omver, om het eendje te pakken
de dorpsjeugd klit wat bij elkaar
De vrouw sloeg de handen in elkaar, waarop het eerst in het botervat en toen in de meelton vloog
kijk dan maar uit dat u elkaar niet verslindt
Dan mag je ook geen mening hebben, als verstandige lieden met elkaar spreken.
beken daarom uw zonden aan elkaar
Ze passen bij elkaar.
Tom en ik hebben elkaar al jaren niet gesproken.
Tom en ik kennen elkaar al jaren.
Tom en Mary zetten hun drankjes neer en begonnen elkaar te kussen.
Twee families gaan elkaar op straat te lijf met honkbalknuppels
Waar kennen we elkaar van?
“Je bent toch allemaal wel bij elkaar?” vervolgde zij en stond op.