Als de vos de passie preekt, boer, let op uw kippen.
De eenden beten het, en de kippen pikten het, en de meid, die de beesten eten moest geven, schopte het.
de kippen
Een paar dikke bruine kippen scharrelden pikkend over het erf.
Maar het arme eendje, dat het laatst uit het ei gekomen was en er zo lelijk uitzag, werd gebeten, gestoten en voor de gek gehouden, en dat zowel door de eenden als door de kippen.
’t Is beter, door hen gedood, dan door de eenden gebeten, door de kippen gepikt, door de meid, die aan de kippen eten geeft, geschopt te worden en in de winter gebrek te lijden!