De sneeuwvlokken bedekten haar lang blond haar, dat in prachtige lokken op haar schouders neergolfde
de wang
Maar in den hoek, tegen den muur aangeleund, zat in de koude morgenstond het arme meisje met rode wangen en met een glimlach om de lippen
Bedek je ogen.
een nors gezicht
de wenkbrauw
Het draaide zijn kop om, om hem onder de vleugels te steken; maar op hetzelfde ogenblik stond er een vreselijk grote hond dicht bij het eendje.
de mond te snoeren
fonkelende ogen
hij wreef over zijn kin
de wenkbrauwen
Yanni was onthoofd.
Je moet je haar nog kammen.
zijn hologige gezicht
Heb je je haar al geborsteld?
ze kletst je de oren van het hoofd
En de kater, die zij haar zoontje noemde, kon een hoge rug zetten en spinnen; hij gaf zelfs vonken van zich, maar dan moest men zijn haar de verkeerde kant opstrijken.
Het draaide zich als een tol in het water rond, strekte zijn kop hoog in de lucht naar de zwanen uit en gaf zulk een luide en zonderlinge schreeuw, dat het er zelf van schrikte
Yanni heeft meer monden te voeden nu.
“Kwak, kwak!” zeide zij, en het ene eendje na het andere plofte er nu ook in; het water spatte hun om de kop, en zij doken even onder, maar kwamen al spoedig weer boven en zwommen uitmuntend.