Tom en Mary wonen in hetzelfde gebouw.
heen en weer
melk en veren
de haas en de schildpad
Hij is zo jong en ziet er zo prachtig uit!
de wolken zaten vol hagel en sneeuw
de bladeren in het bos werden geel en bruin
met boerenbloemen en een heg
en, zie je wel, zij heeft een rood lapje om haar poot
en het kleinste riep: «Daar is een nieuwe zwaan!»
en langs het tuinpad van m’n vader zag ik de hoge bomen staan
maar met iedere nacht werd het gat, waarin het zwom, al kleiner en kleiner
Laat dat maar liggen, en leer je andere kinderen liever zwemmen!
“Je bent toch allemaal wel bij elkaar?” vervolgde zij en stond op.
zij had immers geen enkel doosje lucifers verkocht en bracht geen cent mee
“Bovendien is het een woerd,” zeide zij; “en daarom doet het er zo veel niet toe.”
Zo kwam hij dan weer thuis en was treurig, want hij wilde toch zo heel graag een echte prinses hebben.
Ik zeg je de waarheid, al vind je dit ook niet prettig, en daaraan kan men zien, wie zijn ware vrienden zijn
“Kijk, zo gaat het nu in de wereld!” zei de moeder der eendjes, en zij stak haar snavel al uit, want zij wilde de palingkop ook wel hebben.”
Houdt je fatsoen en maak een buiging voor de oude eend, die je daar ziet: dat is de voornaamste van alle; zij is van Spaanse afkomst, daarom is zij zo dik.