Understand spoken Dutch

All Dutch lesson

Recording English Dutch Status
mechanical: like a tool, so automatically, without thinking, like a reflex, as a matter of course but therefore predictable and reliable

werktuiglijk: als een werktuig, dus automatisch, zonder nadenken, als een reflex, als vanzelf maar daardoor wel voorspelbaar en betrouwbaar

“No I don’t have them all yet; the biggest egg is still there; how long will it take before it hatches? Now it is almost starting to bore me!” and she sat down on it again.

“Nee ik heb ze nog niet allemaal; het grootste ei ligt daar nog; hoe lang zal het nog wel duren, eer dat uitkomt? Nu begint het mij haast te vervelen!” en zij ging er weer op zitten.

“Grandmother!” shouted the little one. (paragraph)

«Grootmoeder!» riep de kleine uit. (paragraaf)

to denounce

aan de kaak stellen

And what was more beautiful to see; the goose jumped off the plate, waddled across the floor, with a knife and fork in its breast, and came towards the little girl.

En wat nog prachtiger om te zien was; de gans sprong van den schotel naar beneden, waggelde over den vloer, met mes en vork in de borst, en kwam naar het arme meisje toe.

your business mobile phone

je zakelijke mobiel

How will you respond?

Hoe ga je reageren?

How will you respond?

Hoe ga je reageren?

the entry into force

de inwerkingtreding

Are you expecting anybody?

Verwacht je iemand?

What did you order?

Wat heb je besteld?

He is somewhere about.

Hij is hier ergens.

He can play baseball.

Hij kan honkballen.

You are a teacher.

Je bent leerkracht.

his bottle green suit

zijn flesgroene pak

Why are you whispering?

Waarom fluister je?

Give them the disk.

Geef hun de schijf.

Dig a deep hole.

Graaf een diep gat.

political interference

politieke inmenging

Does it have a bathroom?

Is er een badkamer?