en zij zeiden allemaal
Ik had dat niet moeten eten.
Ik kwam als laatste aan.
Tom wilde naar huis komen.
vierhonderdnegentig
Yanni had geen telefoon.
een klein restaurant
En zo ging het eendje dan heen
Het was een dag vol ellende.
Tom heeft niets te eten.
Tom woont in het hart van de stad.
Is er een telefoon in de kamer?
Ik zal het laatste woord hebben.
Ik kan je dit boek aanbevelen.
Dat is het laatste dat we nodig hebben.
Dat was wanneer mijn ellende begon.
het was de laatste avond van het jaar.
Waarom ben je niet met de bus gekomen?
Kun je een restaurant aanbevelen?
Mensen kunnen niet leven zonder water.