Adverbs Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	He laughed exuberantly.	Hij lachte uitbundig.
	She just left.	Ze is net vertrokken.
	What do you want to do on Monday?	Wat wil je doen op maandag?
	more division	meer verdeeldheid
	What are the remaining options?	Wat zijn de overige opties?
	Are you guys really related?	Zijn jullie echt verwant?
	I don’t care about my future.	Ik geef niet om mijn toekomst.
	Even Tom smiled.	Zelfs Tom glimlachte.
	drinks not included	drank niet inbegrepen
	I’m getting a bit chubby again.	Ik word weer een beetje mollig.
	an absolute eye-catcher	een absolute blikvanger
	Another round, please.	Nog een rondje, alstublieft.
	I have another sister.	Ik heb nog een andere zuster.
	I can’t stand you.	Ik kan je niet verdragen.
	This protest is really justified.	Dit protest is echt terecht.
	Nothing is beautiful but the truth.	Alleen de waarheid is schoon.
	What's in the top drawer?	Wat zit er in de bovenste la?
	Owls hunt mainly at night.	Uilen jagen vooral ’s nachts.
	Tuna can swim very fast.	Tonijn kan heel snel zwemmen.
	Tom doesn’t get enough sleep.	Tom krijgt niet genoeg slaap.