Understand spoken Dutch

Adverbs Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
I used to have a lot more work. Vroeger had ik veel meer werk.
Why were you eating by yourself? Waarom heb je alleen gegeten?
Please come downstairs. Kom naar beneden, alsjeblieft.
Tom hasn’t eaten enough. Tom heeft niet genoeg gegeten.
What’s going to happen to Yanni? Wat gaat er met Yanni gebeuren?
that village from back then, it’s gone dat dorp van toen, het is voorbij
I’m tired, but I still can’t fall asleep. Ik ben moe maar ik kan nog niet slapen.
Of course, I love chocolate. Uiteraard hou ik van chocolade.
Yanni and Skura were happy together. Yanni en Skura waren gelukkig samen.
Of course, he knows the answer. Uiteraard weet hij het antwoord.
I’m not as old as you, of course. Uiteraard ben ik niet zo oud als jij.
These kinds of mistakes don’t happen often. Dit soort fouten gebeuren niet vaak.
I felt safe when he was with me. Ik voelde me veilig wanneer hij bij me was.
she now saw them like stars in the sky zij zag ze nu als sterren aan den hemel
Everyone wants to pay as little as possible. Iedereen wil zo weinig mogelijk betalen.
What did you do this morning? Wat heb je vanochtend gedaan?
My old shoes are completely worn out. Mijn oude schoenen zijn helemaal versleten.
What did Tom do while he was in Australia? Wat heeft Tom gedaan terwijl hij in Australië was?
Her grandmother had never before been so beautiful, so big. Haar grootmoeder was vroeger nooit zo mooi, zo groot geweest.
The next morning it took a long time before they were finally on the way. De volgende ochtend duurde het lang voor ze eindelijk op pad waren.