Adjectives Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	I think you’re old enough.	Ik denk dat je oud genoeg bent.
	You said that it was important.	Je zei dat dat belangrijk was.
	I think that’s very important.	Ik denk dat dat heel belangrijk is.
	nineteen fifty-three (1953)	negentienhonderddrieënvijftig
	I’ve never done anything important.	Ik heb nooit iets belangrijk gedaan.
	Can you recommend a good restaurant?	Kun je een goed restaurant aanbevelen?
	red wine	rode wijn
	a little	een beetje
	a bit	een beetje
	a red wine	een rode wijn
	a little money	een beetje geld
	with real people	met echte mensen
	My coffee is cold.	Mijn koffie is koud.
	You are gorgeous.	Je bent prachtig.
	They’re lovely.	Zij zijn prachtig.
	Mary is gorgeous.	Maria is prachtig.
	These are beautiful.	Deze zijn prachtig.
	I arrived last.	Ik kwam als laatste aan.
	Where does this train go?	Waar gaat deze trein heen?
	a little more please	een beetje meer alstublieft